In de eerste les leren kinderen kleuren mengen. In de daaropvolgende twee lessen schilderen ze een fantasie-insect dat graag kleurige dingen eet en waarbij de kleuren in zijn lijf gemengd worden. De kinderen worden daarbij geïnspireerd door het gedicht De Smikkelspikkel.
De Smikkelspikkel Ik ken een vlieg die kleuren eet Weet jij hoe dat beestje heet? Smikkelspikkel is zijn naam Misschien vloog hij een enkele keer maar dat weet je vast niet meer bij jou naar binnen door het raam. Of zag je hem op school, in’t klaslokaal Hij zit overal op, is heel brutaal Het is het allergekste beest in’t land Dat moet je zeker weten Want de kleuren die hij heeft gegeten die zie je aan de buitenkant.
Hij eet altijd verschrikkelijk veel Het liefste rood, of blauw, of geel Drink je van je limonade Of eet je koek met chocolade Vlug neemt hij ook een slok of hap Verandert dan van kleur, is dat niet knap? Denk je soms: ‘ Ik ben de baas over mijn eigen boterham met pindakaas’ Dan pikt ie stiekem ook een deel Wordt dan zo bruin als poep of andere troep en ook een heel klein beetje geel Het lijkt haast wel tovenarij Mooie kleuren maken hem zo blij
Soms ligt ie ergens lekker lui te dromen in een warme trui: ‘Welke kleur kies ik vandaag Is het rood of is het blauw Eet ik van de mouw of snoep ik uit de kraag?’ En zit je trui vol gaatjes Vliegt Smikkelspikkel vrolijk rond met in zijn mond nog een paar korte draadjes.
Een enkele keer heeft hij geen trek Geloof me maar, da’s echt heel gek Eet hij een poosje niet Dan is er niemand die hem ziet Denk jij opeens:’Wat voel ik daar? Het kriebelt in mijn neus, het krabbelt in mijn haar En als je in de spiegel kijkt zie je niets dat op een Smikkelspikkel lijkt
Dan heeft Smikkelspikkel pech al zijn mooie kleur is weg Maar helpen kun je zeker wel Smeer vlug en snel Een broodje met gekleurde hagelslag Je zult het zien Je telt tot tien En hij komt weer voor de dag.